Datastromen brengen collectiefotografie van musea tot leven

Bij het Rijksmuseum waren april 2015 deskundigen bij elkaar vanuit museuminstituten wereldwijd om nieuwe technologie te bespreken op het gebied van museumfotografie. Was museumfotografie voorheen vooral registrerend en weinig spannend, tegenwoordig evenaart het natuur- en sterrenkundig onderzoek.

Nieuwe technieken geven andere inzichten en doet kunst op een nieuwe manier ervaren. Met lasertechnologie, robotarmen en rontgenstralen worden museumvoorwerpen driedimensionaal ingescand. Aan de hand van duizenden foto’s vanuit honderden verlichtingshoeken en camerastanden wordt een museumstuk zoals een verre planeet door een satellietverkenner ontleed in een eindeloze datastroom. Schilderijen en zelfs tekeningen worden niet langer gezien als een plat doek, maar als een maanlandschap met vezels, pigmenten en kloven omgezet in big data. Met verschillende golflengten en belichtingshoeken worden de reflecties, kleuren, diffusie en absorptie van het complete object geanalyseerd.

Er kan bijna tot in het oneindige worden ingezoomd in de foto’s waardoor minuscule aanpassingen aan schilderijen kunnen worden ontdekt die met het blote oog niet waarneembaar zijn. Fotodata kunnen onderling vergeleken worden waardoor vergelijkbare technieken tevoorschijn komen en handschriften ontcijferd kunnen worden. Door vele foto’s te combineren en om te zetten naar vectoren, kunnen driedimensionale vormen gegenereerd worden en weer uitgeprint worden. Archeologische oude structuren worden blootgelegd en weer opgebouwd.